Het leven houdt niet op na een herseninfarct. Als iemand dat weet, dan is het de boomlange dierenarts Peter Bracht wel. Zijn levenslust overwint alles. In deze blog deelt Peter zijn ervaringen met revalidatie, zijn zwemtherapie en hoe hij stap voor stap werkt aan zijn herstel.
In het revalidatiecentrum is een zwembad. Hydrotherapie kon dan ook niet ontbreken op mijn wekelijkse rooster met therapieën en behandelingen. Ik had, na mijn ervaringen met hydrotherapie na mijn knieblessure, hoge verwachtingen toen ik mij meldde bij de psychomotorisch therapeut die mij in het zwembad opwachtte.
Omdat ik erg impulsief was en toen nog helemaal niets kon doen met mijn linkerbeen, werd het helemaal niets en liep het uit op een enorme teleurstelling.
Een jaar later, tijdens de poliklinische fase, ging het veel beter. Gewoon staan in het water en oefeningen doen voor mijn balans. In het najaar van 2018 was mijn waterevo klaar: mijn orthese om mee te zwemmen en te douchen.
In samenwerking met de Edwin van der Sar Foundation organiseerde het revalidatiecentrum iedere week het middagje NAH-zwemmen. Echt iets voor mij. Zeker omdat het samen was met de psychomotorisch therapeut die ik iedere week had gezien in het revalidatiecentrum.
De allereerste keer dat ik in 2017 het water in ging, was dat zittend in een rolstoel met behulp van een takel. Eenmaal in 2019 kon ik met de waterevo lopend, zonder kruk, vanuit de kleedkamer naar het zwembad lopen en daar de trap afdalen het water in. Niet achteruit van zo’n trapje recht omlaag, maar gewoon het water in lopend via een stalen trap met leuningen.
Omdat het zwembad vol lag met lotgenoten, was het ook erg gezellig. Meer dan wat heen en weer lopen in het zwembad was het niet. Op zich nuttig, maar ik wilde meer.
Helemaal top was dat ik van de therapeut leerde zwemmen met één arm: de vissermansslag. Een omgekeerde schoolslag waarbij je het water naar je toehaalt met die ene arm, terwijl je benen de beweging maken die past bij de schoolslag. Kop in het water, en bij iedere haal met de arm omhoog om adem te halen.
De linkerarm lag strak en spastisch langs mijn buik, waarbij ook mijn borstspier aan de linkerkant continu aan stond. Voor de symmetrie. Ik zwom, en dat smaakte naar meer.
Altijd als ik in de buurt was van water, wilde ik erin. Of ik nu hand in hand met een vriend een sprongetje maakte het water in, of mij liet vallen van de boot van onze gastheer bij zijn huis in Breukelen tijdens het jaarlijkse vader-zonenweekend met mijn basketbalmakkers van weleer, of voetje voor voetje steunend op Chris het water in liep, ik ging te water.
En eenmaal voorbij kruisdiepte liet ik mij vallen en ging ik die slag die ik geleerd had toepassen. Lekker in de branding, parallel aan het strand wat heen en weer poedelen.
Ik fietste wekelijks naar het Active Health Center in L’veen om te oefenen met lopen met zo’n evo in het water, en trok dan wat baantjes. En het ging beter. Mijn linkerbeen droeg steeds meer bij en mijn conditie verbeterde.
Ik overwoog zelfs om mij in te schrijven voor de minitriathlon voor mensen met een beperking, georganiseerd door Dutch Adaptives. Onderdeel daarvan is één kilometer zwemmen in open water.
Deelname is er niet van gekomen, maar ik oefen wekelijks samen met Chris in het diepe bij zwembad De Fluit in Leidschendam, waar ik iedere keer voormalige cliënten uit de praktijk tref. Gezellig en goed voor mijn algehele gezondheid. Die kilometer in open water gaat er vast wel een keer van komen.
Een puntje van zorg is dat ik ooit epilepsie heb gehad, en dat er dus een theoretische kans bestaat dat ik tijdens het zwemmen een aanval krijg en naar de bodem verdwijn.
Is nog niet gebeurd, maar het brengt heel wat verantwoordelijkheid met zich mee voor de mensen die bij mij zijn als ik zwem. Opletten geblazen dus.