Anouk is een creatieve dertiger die werkt in de reclame-industrie. Zij deelt elke maand een nieuw verhaal. Zo hoopt zij andere jonge mensen te helpen. In deze blogpost deelt ze haar ervaring met vrijheid na een herseninfarct.
Zo vlak na Bevrijdingsdag voelt het als een passend moment om stil te staan bij het thema vrijheid. Want hoewel ik op heel veel manieren in vrijheid leef – ik woon in een vrij land, ik heb mensen om me heen die mij steunen, en ook mijn herseninfarct is relatief mild vergeleken met dat van velen – is vrijheid voor mij de afgelopen jaren een veel gelaagder begrip geworden.
Ik mis de vrijheid die ik vroeger had. De vanzelfsprekende energie om te doen wat ik wilde. De onbezonnen versie van mezelf, die zonder nadenken ja zei tegen avonden uit, drukke weken of spontane plannen. En ja, ik weet: een deel daarvan is gewoon het ouder worden. Vrienden om me heen zeggen ook dat ze niet meer elk weekend willen feesten. Maar bij mij voelt het anders. Alsof ik een stukje van die oude “ik” echt heb moeten loslaten.
Op het moment dat ik dit schrijf, zit ik weer ziek thuis. Niet door mijn hoofd, maar door mijn hart – letterlijk. En weer staat mijn werk op pauze. Weer moet ik dingen laten. En hoewel ik inmiddels weet dat terugvallen hoort bij wie ik nu ben, blijft het soms knap lastig om erop te vertrouwen dat dit óók groei is.
En toch… tussen die moeilijke momenten door zit er ook iets bevrijdends. Want ik hoef niet meer te vechten tegen wie ik nu ben. Ik mág rust nemen. Ik mág verdrietig zijn, en boos, en moe. Maar ik mag ook trots zijn. Op hoe ver ik al ben gekomen. Op hoe ik keer op keer weer opsta.
Wat mij helpt, is weten dat ik niet alleen ben. Andere mensen met NAH – hier op het platform en in mijn omgeving – vertellen vaak hetzelfde: het duurt even voordat die ‘nieuwe route’ in je hoofd echt een deel van jezelf wordt. En dat voelt misschien niet meteen als een groot moment van bevrijding. Maar stukje bij beetje komt het. Niet met tromgeroffel, maar met kleine stapjes vooruit.
Ik ben 35. En ik hoop dat ik nog een lang leven voor me heb. Eén waarin ik nog vaak ga vallen, ja – maar ook telkens weer zal opstaan. En elke keer een beetje vrijer zal worden. Niet zoals vroeger, maar op mijn eigen, nieuwe manier.