Heleen | De dag waarop voorgoed alles veranderde

Heleen | De dag waarop voorgoed alles veranderde

Lang hield Heleen Grinwis (55) zichzelf een masker voor. Ze wilde niet toegeven aan haar niet-aangeboren hersenletsel. Na jaren van vechten tegen zichzelf, zette ze het masker af. De zoektocht naar haar nieuwe zelf deelt Heleen in haar blogposts. Deze blogpost gaat over het moment waarop ze een CVA kreeg.

Afgelopen week was weer een week met veel emotionele momenten. Ik merk dat ik hier van tevoren gruwelijk tegen opzie en me er heel druk over maak, terwijl het achteraf allemaal wel meevalt. Al merk ik dat ik door het geknakte brein een emotioneel explosief vat ben. Het lijkt wel of alles veel intenser en harder binnenkomt bij me en dan nog niet gesproken over al die waterlanders die om niets uit het niets komen.

Het begon met de datum die voor altijd in mijn geheugen gegrift staat: 07-11-2007. De dag waarop voorgoed alles veranderde. Ik kan hem nog zo voor de geest halen alsof het gister was. Ik reed in de auto op weg naar huis (nog 2 straten te gaan) en ineens voelde ik een warme stekende pijnscheut achter in mijn hoofd. Alsof er iets knapte. Ik had al dagen van tevoren vreselijke hoofdpijn en nu werd deze alleen maar erger. Mijn oog begon te trillen en ik merkte dat ik me niet lekker voelde. Ik kon geen kant uit, omdat ik op een doorgaande weg zat. Mijn beeld werd steeds waziger en met een oog was ik blij dat ik de ventweg wist te behalen. Toen nog een bocht naar rechts, wat steeds moeilijker ging. 

Na 400 meter heb ik mijn auto geparkeerd. Heel eerlijk gezegd parkeerde ik zo asociaal dat ik überhaupt nooit meer geslaagd zou zijn voor parkeren. Ik kreeg de deur met moeite open en het duurde een eeuwigheid voordat ik eruit kon komen. Ik ondersteunde mezelf op de motorkap, zodat ik niet viel. Ik werd uiteindelijk naar mijn voordeur geleid door een oude overbuurvrouw die me met heel veel moeite uit mijn auto zag stappen. Ze zette me binnen op een stoel. Ik zag mezelf in de spiegel en schrok: mijn linkerbil en linkeroog gingen scheef en ook het praten ging me steeds moeilijker af. 

Inmiddels had ik gebeld met een vriendin die me kwam ophalen voor een bezoek aan de huisarts. Na 15 minuten gereden te hebben, zei de huisarts toen hij me zag: “Instappen en snel naar het ziekenhuis. Dat gaat sneller dan wanneer ik een ambulance bel.” Ik zag zijn mond bewegen, maar het was net of ik het geluid vanuit een andere dimensie hoorde. Het leek alsof ik er niet bij was. 

Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen, ging het vrij snel qua onderzoeken. Onderweg naar de scan lag ik op een bed waar twee bezoekers me met open mond aankeken en tegen elkaar praatten over hoe erg ik er bij lag. Ik hoorde het en tegelijkertijd voelde ik een traan uit mijn linkerooghoek rollen. Het besef dat ik niets terug kon zeggen. De verpleegster die mijn bed duwde, hoorde en zag het en trok het laken over mijn hoofd heen. Daar ben ik tot op de dag van vandaag nog boos over. Het idee dat ik het allemaal hoorde en dat er net gedaan was of ik al overleden was. Ik wilde op dat moment schreeuwen of dat laken wegtrekken, maar er was geen stem en mijn lichaam deed ook niet wat ik wilde. Ik voelde me verdoofd, totdat het laken van mijn hoofd werd afgehaald en ik overgeheveld werd naar de plank van de scan. Daarna kwam ik op een stroke-afdeling te liggen voor 48 uursobservatie met allerlei monitoren. 

Ik zie nog mijn ouders geschrokken in de deuropening staan met de tranen in hun ogen. Ik wilde ‘hallo’ zeggen, maar het woord haperde. De angst in de ogen van mijn vader vergeet ik nooit. Zijn sterke dochter lag daar aangesloten aan allerlei apparatuur en er kwam amper geluid uit. Mijn moeder pakte me vast en haar tranen vielen op mijn gezicht. Mijn scheve mond die haar zoute tranen proefde. 

Dagen lag ik daar onderhevig aan allerlei testen, zoals de testen met de satéprikker voor enig gevoel in mijn linkerkant. Tig artsen voelden aan me die dagen, ik was net een proefkonijn. De blikken van mijn kinderen, toen 18 en 9 jaar oud, doen me ook nu nog verdriet. Bij hen was de angst in hun ogen te lezen, maar ook dat ze bang waren door allerlei kastjes en bellen die regelmatig van zich lieten horen. Achteraf noemde mijn dochter me bij haar EMDR-therapiebehandeling: “Mijn mama is net Sneeuwwitje met haar rode lippen en zwarte haren.” Dat heeft me gruwelijk geraakt. Ook nadat ik weer thuis was en nogal getemperd was, geen geduld had, vloekte en snel geïrriteerd was, raakte iets mij. Mijn zoon van toen 18 riep tegen me: “Ik wil mijn moeder terug!” Toen riep ik nog: “Wat ben ik dan? Een monster?”

Toen had ik nog niet eens door dat je een karakter of gedrag kan veranderen. Dat is bij mijn ontslag allemaal niet uitgelegd. Nee, zoiets blijkt dus ook bij jonge mensen te gebeuren, maar dat werd er niet bij verteld. 

Helaas is de kracht aan mijn linkerzijde nooit meer goedgekomen, ook niet na alle fysiotherapie. In mijn lip laat ik jaarlijks een filler spuiten, anders loopt de soep er zo lang. Ook mijn oog krijgt een jaarlijkse behandeling. Gelukkig dat dat op jonge leeftijd nog iets uit kan halen, maar mensen zijn ook kortzichtig. Als ik vertel dat ik een CVA heb gehad, observeren ze me nog eens. Vervolgens krijg ik dan altijd de mededeling dat het allemaal bij mij toch iets scheef is.

07-11-2007 is voor mij dus bepalend voor de rest van mijn leven. Ik verloor een hoop, maar werd ook sterker. Ook heeft die dag mij kracht gegeven om alles te overleven en het leven uit een ander perspectief te leren bekijken, al heeft me dat jaren gekost. Ik ben eerst jaren bezig geweest om mijn nieuwe leven met zijn beperkingen (waarvan ik dacht dat die voorbij zouden gaan met de tijd door mijn eeuwige optimisme) te leren aanvaarden. Alles gewoon accepteren is dan het advies uit het ziekenhuis en/of het revalidatietraject. Nou, sorry, maar ik ben nog steeds niet aan het accepteren. Het voelt alsof mijn lichaam me in de steek heeft gelaten. Ik voelde me verraden en het heeft lang geduurd om weer vertrouwen in mezelf en mijn lichaam terug te krijgen, met of zonder paniekaanvallen. Vooral in het begin. 

Ook weer zo niet besproken dat dit ook een vervolg ervan zou kunnen zijn, laat staan een leven verder met NAH. Soms dacht ik dat ik beginnend dementerend was. De twijfel om mijn mentale en fysieke gezondheid zal voortaan altijd bij mij horen sinds die dag met een zwart randje toen mijn lichaam waar ik altijd zo goed voor gezorgd had met betrekking tot voeding en sporten me in de steek had gelaten. Die teleurstelling vond ik op dat moment misschien nog wel het allermoeilijkste.

Tot op de dag van vandaag is sporten nog steeds voor mij een uitlaatklep en houdt het me bezig om te dealen met frustraties, waaronder : het is mij overkomen met alle gevolgen van dien. Ik ben dankbaar voor iedere dag dat ik er zo ben uitgekomen. Ik omarm het leven. En leg me erbij neer dat niet iedere dag hetzelfde is en hoeft te zijn.

Tot de volgende.

Lieve groet,
Heleen

Lees ook: Heleen | Emoties.