Anouk is een creatieve dertiger die werkt in de reclame-industrie. Zij deelt elke maand een nieuw verhaal. Zo hoopt zij andere jonge mensen te helpen. In deze blogpost vertelt ze hoe ze leerde reizen in haar eigen tempo – en geeft ze tips zodat jij dat ook kunt.
Zomer = vrijheid. Toch?
Voor veel mensen staat de zomer gelijk aan zorgeloos genieten: reizen, festivals, terrasjes, weinig structuur. Maar als je leeft met niet-aangeboren hersenletsel (NAH), is het allemaal nét even anders. En als je – zoals ik – jong bent, dan schuurt dat extra hard. Want je wilt mee. Je wilt spontaan zijn, flexibel, “gewoon normaal”. Maar je hoofd (en soms je lijf) heeft daar een ander plan voor.
Vakantie betekent voor mij: plannen. Rustmomenten inbouwen. Vooraf uitzoeken of er rustige plekken zijn. Kijken of ik ergens even kan liggen en of ik niet uitval na dag twee van de vijf. Supersexy, ik weet het.
En toch: ik ga wél. Want ik wil leven, ook met mijn beperkingen. Alleen ziet vakantie er nu anders uit. En dat heb ik moeten leren (met vallen, opstaan en weer vallen). Daarom neem ik jullie graag mee in een paar tips die voor mij werken.
1. Elke soort vakantie kan – als je ‘m maar op jouw manier doet
Het is niet zo dat je met NAH alleen nog maar op yoga-retraite mag of in een boshut moet zitten (mag wel hoor, is stiekem ook heel leuk 😉). Je kunt echt ook nog steeds op stedentrip, strandvakantie of naar dat ene festival. Het verschil zit ’m in hoe je het aanpakt. Voor mij betekent het dat ik bewust plan: als ik een intensief weekend wegga – zoals een stedentrip met vrienden en/of familie – neem ik daarna nog een paar dagen vrij om thuis bij te komen. Rustig opstaan, niks moeten, gewoon landen.
En dat is misschien wel het belangrijkste inzicht: vakantie is niet meer per se de plek waar ik ontspan, maar onderdeel van een groter plaatje van herstel en plezier. Als ik dat goed plan, lukt het vaak wél om te genieten – op mijn manier, op mijn tempo.
2. Wees eerlijk tegen je reisgenoten
Vakantie met vrienden of partner? Wees open. Vertel wat je nodig hebt. Misschien is dat ’s middags een dutje. Of een dagje overslaan als zij een hike willen doen. Je hoeft je niet schuldig te voelen – juist door te delen wat je nodig hebt, kun je het voor iedereen fijner maken. En mensen willen vaak echt wel rekening houden… als ze weten hoe.
3. Voorbereiden is zelfzorg, geen overdrijving
Ik maak lijstjes. Heel veel lijstjes (ik voel me soms bijna een reisplanner haha). Niet alleen wat ik moet meenemen, maar ook dingen als: “plan lege ochtend na reisdag”, “oordoppen mee voor restaurant”, “verspreiding van extreme prikkelmomenten”, “zoek rustmomenten/dutjes”. Klinkt misschien overdreven, maar het is mijn manier om ervoor te zorgen dat ik niet op dag twee instort. Het is geen controlfreak-gedrag, het is liefde voor mezelf.
4. Accepteer dat vakantie ook mag tegenvallen
Soms plan je alles goed en voel je je tóch uitgeput of overprikkeld. En dat is rot. Want je had zó uitgekeken naar die ene week weg. Geef jezelf dan niet op je kop. Je hoofd is niet op vakantie van je NAH – dus wees zacht voor jezelf. Misschien is dat moment van rust in het gras met een boek wel precies wat je nodig had. Misschien is dat de herinnering die blijft hangen.
Ik plan dan soms zelfs een plan B, stel dat ik overprikkeld ben en op, wat geeft me rust en alsnog een vakantiegevoel? Bijvoorbeeld sushi eten in de hotelkamer of een dagje chillen in het park/zwembad vlak bij je verblijf.
5. Vergeet niet te genieten (al is het anders)
Je hoeft niet elke dag vol te plannen. Je hoeft niet alles te doen. Soms zit het genieten in een rustige ochtendwandeling. In een onverwacht fijn koffietentje. In een zonsondergang zonder gesprek. De kleine dingen tellen, misschien zelfs meer dan ooit. Je hoeft niet de vakantie van vroeger terug te krijgen – je mag je eigen versie maken.
Vakantie met NAH is anders. Maar niet onmogelijk.
Het vraagt voorbereiding, grenzen aangeven en soms ook keuzes die anderen niet hoeven maken. Maar het kan nog steeds waardevol zijn. Rustgevend. Mooier dan je dacht.
Misschien wel júist omdat je nu beter weet wat jij nodig hebt.