Blog van Siemon Vroom

Blog van Siemon Vroom

Blog van Siemon Vroom

Siemon Vroom kreeg in 2007 een beroerte. Sindsdien is hij half-gehandicapt en heeft hij last van afasie. Als ervaringsdeskundige blogt hij over de wereld van niet-aangeboren hersenletsel. Met zijn website weerhandig.nl helpt hij mensen zo zelfstandig mogelijk te leven.

 

De grote oversteek

Op 500 meter van mijn huis zit een grandcafé waar ik heel graag kom. Lekker een latte machiato bestellen, daar heb ik zin in. Maar eerst die levensgrote Amsterdamse kruising over, met trams, bussen, taxi’s, auto’s, scooters, brommers en fietsen die alle kanten op stuiven. Gelukkig hebben zij rekening gehouden met mensen die het niet meer zo snel kunnen als ik en hebben ze twee vluchtheuvels op de grote oversteek gemaakt.

Eerste tussenstop

Ik besluit mijn eerste etappe te wagen, doel: de eerste oversteek. Ik schuifel langzaam naar de stoeprand om maar zo dicht mogelijk bij de eerste verlossing te zijn en concentreer mij op het voetgangerslicht. Het groene mannetje begint te branden en … ik krijg een spasme van hier tot Tokyo! De spanning is mij te hoog geworden. Dat moet ik nou net hebben, gelukkig is het een kleine oversteek en balancerend op mijn goede voet strompel ik met een spastische voet naar de eerste tussenstop. Gelukkig heb ik mijn enkelbanden zo vaak verrekt dat het niet meer uitmaakt wat zool en wreef is. Als het niet te lang duurt tenminste.

Even rusten. Als je je druk maakt omdat je je druk maakt, zit je zo in een vicieuze cirkel, en zie daar maar uit te komen. Ik moest rustig worden. Rare situatie wel. Toch maar proberen en ik doe inwendig lachend naar de mensen die echt mediteren: “ohmmmmm”. Na een paar ohm’s begint het langzaam tot mijn lamme voet door te dringen en hij gaat weer rechter in mijn schoen zitten. Nu weer wachten op het groene mannetje, ik ga de grote oversteek proberen, met trams en bussen en vooral de niemand ontziende taxi’s die me zouden vermorzelen. Ik gooi er nog maar een ‘ohmmmmm’ in …

Groen

De tram is al klaar om te gaan rijden. Aan de andere kant van de kruising staat een bus al met de motor voor te gloeien als de Formule 1-rijder Verstappen. Links voor mij staan een paar taxi’s met hun knipperlicht al aan, klaar om mij aan te rijden. Ik kijk gespannen naar het rode licht alsof ik in de finale sta van de 100 meter op de Olympische Spelen hopende op een topstart. Het lijkt meer de Paralympics besef ik mij dan. Dan wordt het groen! Als een gazelle zet ik mijn ‘sprint’ in. Ze hebben stiekem obstakels neergezet! Het begint met een gigantische bobbel in het wegdek. Soepel glijd ik daar omheen. En dan de eerste tramrail. Ik besluit daar met behulp van mijn wandelstok overheen te ‘springen’. Uitkijken dat ik hem niet in de rail zet want ik heb hem broodnodig!

Hordenloop

Er komen allemaal voetgangers van de andere kant, maar ik wijk niet uit en kijk geconcentreerd naar beneden. Hopla, de tweede rail al, dat gaat lekker vlot. Weer een bobbel vlak naast de derde rail, ik stop even, eerst kijken hoe ik dat nu weer doe. De tikker van het voetgangerslicht verraadt mij dat het licht al op rood gaat. De tram trekt tergend langzaam op alsof hij straks een wedstrijdje met me doet. Wat is dat ding van voren groot! Of ik klein. Ik doe van ‘ohmmmmmm’, maar het is al te laat.

Spasme

De moeder van alle spasmes, zo erg dat mijn voet denkbeeldig zo scheef wil staan dat mijn EVO (enkelvoetorthese) bij al dat geweld dreigt te knappen. Dat de bus aan de andere kant van de kruising ook optrekt doet dat ook geen goed. Ik sta daar, onbeholpen ‘ohmmmm’ te zeggen, met mijn verlamde voet iets omhoog, als een ooievaar met een wandelstok. Wat moet ik nu doen! De tram, bus en taxi’s gaan mij vermorzelen en ik doe een schietgebedje.

Ervaring

En dat helpt. Opkijkend naar de trambestuurder zie ik een aardige oudere man gebaren dat ik rustig mag blijven staan tot het over is. Die heeft wel gekker meegemaakt. Aan de andere kant zet de buschauffeur zijn bus kalm stil, midden op de kruising nog wel. Hij is van hetzelfde soort als zijn collega. De tram en de bus beschermen mij tegen de boze buitenwereld (lees: auto’s). En zo strompel ik naar het einde. Er bestaan toch nog aardige mensen! En even later zit ik mijn latte macchiato te drinken, moed te verzamelen om weer het kruispunt over te steken, met een positieve ervaring in mijn achterzak.