In Nederland hebben zo’n 30.000 mensen met hersenletsel afasie.
Afasie is een taalstoornis. Mensen met afasie weten heel goed wat ze willen zeggen maar kunnen de woorden vaak niet vinden. Of ze begrijpen de woorden niet meer goed. Het is dan moeilijk elkaar te volgen en te begrijpen.
Ook lezen en schrijven kan met afasie lastig zijn. Samen met elkaar communiceren is dan een grote uitdaging en vraagt om veel geduld maar ook om creativiteit.
Iemand met afasie kan eenzaam zijn. Als je niet kunt vertellen of vragen wat je nodig hebt is dat lastig. Mensen begrijpen niet wat er aan de hand is.
Mensen vinden het lastig om te praten met iemand met afasie, zij vullen al snel in wat de ander wil zeggen of verliezen hun geduld als de ander zich niet duidelijk kan maken.
In de Week van de Afasie wordt er extra aandacht besteed om daar verandering in te brengen. We willen dat iedereen weet wat afasie is en wat het dit betekend voor iemand met afasie. Maar het belangrijkste is wel hoe je toch samen kunt praten.
Dus kom in Beweging met afasie!
Hier enkele handvatten hoe je samen in gesprek kunt gaan:
- Vraag duidelijk wat er aan de hand is (pijn, verdriet, honger, dorst, boos enz.)
- Neem hier voor alle tijd en heb geduld
- Doe dit bij voorkeur op een rustige plek
- Maak oogcontact
- Maak gebruik van/let op lichaamstaal: gebaren en mimiek
- Schrijf belangrijke woorden, of namen op
- Probeer als praten echt niet gaat of begrepen wordt een kleine tekening
- Pak je telefoon of tablet erbij en zoek afbeeldingen of pictogrammen om zo duidelijk te krijgen wat de ander bedoelt
- Stel simpele gerichte vragen waar met Ja of Nee op geantwoord kan worden
- Vat het gesprek samen en vraag of je elkaar goed begrepen hebt
Zo kan jij, door net iets meer aandacht te geven, het verschil maken voor iemand met afasie!