Wat is een CVA? (beroerte)

Een veel voorkomende oorzaak van hersenletsel is een beroerte. Dit wordt ook wel CVA genoemd: Cerebro Vasculair Accident. Dat betekent: een ongeluk in de bloedvaten van de hersenen. Elk jaar worden in Nederland 43.000 mensen voor de eerste keer door een beroerte getroffen. Dat zijn ongeveer 117 mensen per dag.

CVA heeft twee veel voorkomende vormen: het herseninfarct en de hersenbloeding. Ongeveer 80% van de mensen met een beroerte heeft een herseninfarct, 20% heeft een hersenbloeding.

Bij een herseninfarct is sprake van een verstopping in de bloedvaten door een propje, dichtslibbing of een combinatie daarvan. Als een bloedvat in de hersenen lekt of is geknapt, wordt dat een hersenbloeding genoemd.

Zowel bij een herseninfarct als bij een hersenbloeding stroomt er te weinig bloed naar een deel van de hersenen. Daardoor krijgt een gedeelte van de hersenen te weinig zuurstof en hierdoor sterven de hersencellen op die plaats af. In de hersenen liggen allerlei gebieden met verschillende functies. Wanneer er hersencellen afsterven in een bepaald gebied, wordt de functie van dat gebied verstoord. Hoe erg de gevolgen hiervan zijn, hangt o.a. af van de ernst van de verwonding en de plaats daarvan in de hersenen.

Een CVA is te herkennen aan acute verschijnselen, zoals verlammingen in één helft (links of rechts) van het lichaam. Ook plotselinge taalproblemen, zoals langzamer of moeizamer spreken, zijn een aanwijzing voor een CVA.

Een CVA of beroerte kan veel oorzaken hebben: een te hoge bloeddruk, een te hoog cholesterolgehalte, suikerziekte (Diabetes) , overgewicht, hartritmestoornissen, onvoldoende lichaamsbeweging of roken. Verder zijn er erfelijke factoren die een CVA-risico opleveren. Een voorbeeld van een zeldzame erfelijke aandoening die leidt tot hersenbloedingen is de Katwijkse ziekte.

Herken een CVA

Hoe herkent u een beroerte?
De uitvalsverschijnselen zijn bij een herseninfarct en hersenbloeding grotendeels hetzelfde. Ze komen altijd plotseling opzetten.

De belangrijkste symptomen van een beroerte zijn:

  • Plotseling een scheeftrekkend gezicht, een afhangende mondhoek.
  • Plotseling wartaal spreken, niet meer uit woorden kunnen komen of onduidelijk praten.
  • Plotseling krachtverlies of verlamming van één arm.

Minder vaak komt het volgende voor: een been wordt krachteloos, iemand ziet opeens wazig of het gezichtsveld valt aan één kant weg. Soms heeft iemand coördinatie- en/of evenwichtsstoornissen en is duizelig. Bij een hersenbloeding: plotseling zeer ernstige hoofdpijn zonder oorzaak.

Hoe weet je of iemand een beroerte heeft (gehad)?

Een test om na te gaan of iemand een beroerte heeft:

  1. SCHEVE MOND – Check: Vraag de persoon om zijn tanden te laten zien.
  2. VERWARDE SPRAAK – Check: Laat de persoon een zin uitspreken.
  3. LAMME ARM – Check: Laat de persoon beide armen naar voren strekken en de binnenkant van de handen naar boven draaien. Kijk of een arm wegzakt.

Bel direct 112

Heeft u of iemand in uw omgeving plotseling één of meer van deze verschijnselen? Bel direct 112! Hoe sneller met de behandeling kan worden gestart, hoe minder schade. Hoe meer tijd verloren gaat, hoe meer schade er ontstaat. Spoed is dus geboden!

Voorkom een CVA

Door op een gezonde manier te leven, verkleint u de kans op een beroerte.

  • Niet roken. Roken is erg slecht voor uw bloedvaten.
  • Drink niet te veel alcohol; niet meer dan 1 glas per dag en liever niet dagelijks.
  • Hebt u overgewicht? Probeer dan af te vallen of in ieder geval niet zwaarder te worden.
  • Beweeg voldoende. Probeer ten minste een half uur per dag te bewegen. Elke kleine oefening helpt. Neem iets vaker de trap en doe boodschappen lopend of met de fiets in plaats van met de auto.
  • Eet gezond en gevarieerd. Eet dagelijks voldoende groente en fruit en wees voorzichtig met zout.
  • Probeer stress te voorkomen. Langdurige stress verhoogt de bloeddruk; probeer voldoende te ontspannen.

Laat minimaal 1 keer per jaar door uw huisarts meten:

  • Uw bloeddruk. Een hoge bloeddruk is één van de belangrijkste risicofactoren voor het krijgen van een beroerte.
  • Uw bloedsuiker. Mensen met diabetes hebben een grotere kans op hart- en vaatziekten.
  • Uw cholesterolgehalte. Een verhoogd cholesterol geeft extra risico op hart- en vaatziekten
  • Uw hartslag. Hartfalen is één van de grote oorzaken van een beroerte. Hartritmestoornissen komen veel voor. Boezemfibrilleren is één van de meest voorkomende hartritmestoornissen. Bij boezemfibrilleren pompt uw hart het bloed niet meer goed rond. Zo ontstaan bloedstolsels, die los kunnen raken. Dit heet trombose. Zo’n losgeschoten bloedstolsel kan een ader in uw hersenen verstoppen, wat leidt tot een beroerte. Met boezemfibrilleren hebt u vijf keer meer kans op een beroerte.

In de behandeling maken we een onderscheid tussen acute fase, revalidatiefase, chronische fase.

Behandeling

Acute fase
Snelle opname in het ziekenhuis is noodzakelijk. Een snelle behandeling (in de eerste uren) kan voorkomen dat de beroerte ernstige gevolgen heeft. Patiënten met een herseninfarct die snel in het ziekenhuis zijn, kunnen in aanmerking komen voor een behandeling met medicijnen (per infuus), waardoor het bloedstolsel oplost en de hersenen weer zuurstof krijgen. Deze behandeling heet trombolyse en kan alleen plaatsvinden binnen 4,5 uur na aanvang van de verschijnselen. Een nieuwe behandeling waarbij met een katheter het stolsel verwijderd wordt, moet binnen 6 uur na het begin van de verschijnselen uitgevoerd worden.
Bij een hersenbloeding bestaat de behandeling vaak uit afwachten en bewaken. Soms is een operatie mogelijk.
Opname na een herseninfarct gebeurt op een speciale afdeling van de neurologie, de Stroke-unit (Stroke = het Engelse woord voor beroerte).
Na een CT-scan wordt bepaald welke behandeling wordt toegepast. Tijdens de opname wordt reeds gestart met de revalidatie. Het verblijf op de Stroke unit duurt meestal enkele dagen.

Revalidatiefase
Na de ziekenhuis opname gaat de patiënt naar een revalidatiecentrum of een verpleeghuis met een revalidatie afdeling. In 6 van de 10 gevallen kan de patiënt naar huis en wordt de revalidatie ambulant of met een dagbehandeling aangeboden.
Bij de revalidatie zijn meerdere disciplines betrokken; de revalidatiearts, de fysiotherapeut, de logopedist, de psycholoog en de ergotherapeut. De laatst genoemde zal ook, samen met maatschappelijk werk, kijken naar noodzakelijke aanpassingen in de thuissituatie. In een revalidatiecentrum is alles gericht op revalidatie. Er wordt een strak voltijds programma gevolgd. Meestal duurt de opname een half jaar. Daarbinnen vindt de meeste verbetering plaats. Maar ook na een half jaar en een jaar kunnen er nog verbeteringen optreden, zij het in een langzamer tempo. Op een geriatrische revalidatie afdeling in een verpleeghuis wordt beperkt revalidatie aangeboden. Als er niet genoeg verbetering optreedt kan het verpleeghuis het eindstation zijn voor de patiënt.

Revalidatiecentrum of verpleeghuis?
Slechts 1 op de 10 patiënten krijgt revalidatie in of vanuit het revalidatiecentrum. Hersenletsel.nl vindt dat iedereen in aanmerking moet kunnen komen voor gespecialiseerde revalidatie. Daarom strijdt Hersenletsel.nl voor een Deltaplan voor  hersenletselzorg.

Chronische fase
Dit is de fase waarbinnen de patiënt geconfronteerd gaat worden met de blijvende beperkingen en gaat beseffen; het wordt niet meer anders en het wordt niet meer zoals het was.
Lees over deze fase op: Leven met NAH.

Richtlijnen en Zorgstandaarden
Er zijn diverse richtlijnen voor de zorg aan patiënten met een CVA. Die zijn veelal ontwikkeld voor zorgprofessionals. Van sommige richtlijnen bestaan ook versies voor leken.

  • Zorgstandaard CVA/TIA Klik hier
  • Patiëntenversie van de Zorgstandaard CVA/TIA Klik hier

Kijk voor meer informatie over boezemfibrilleren: https://www.boezemfibrilleren.nl/

Voor informatie over de ziekenhuisopname op: https://www.thuisarts.nl/beroerte/ik-ben-opgenomen-op-stroke-unit-neurologie-afdeling-van-ziekenhuis

Download folder ‘Een CVA kan uw leven drastisch veranderen’